Laatste nieuws

Elke week kampioen: KNVB wil pupillenvoetbal leuker maken

Voetballen voor kinderen moet leuker worden, vindt de KNVB. Afgelopen weken heeft de voetbalbond op 80 bijeenkomsten in het land de clubs daarover ingelicht. Vandaag is de eerste praktijkbijeenkomst, waarbij clubs ook kunnen zien hoe dat er vanaf volgend seizoen uit moet komen te zien.

Als je vaker aan de bal bent, is het spel leuker. Dat is het idee van de KNVB. Voor spelertjes van tussen de 5 en 11 jaar worden de trainingen en wedstrijden daarom heel anders. Er gaat veel veranderen voor zo’n 300.000 pupillen op de Nederlandse voetbalvelden.

Kleinere teams

De voetbalbond wil om te beginnen met minder spelers en op kleinere velden spelen. “Daarbij geldt: hoe jonger de kinderen, des te minder spelers en des te kleiner de veldjes”, legt technisch directeur Hans van Breukelen uit. “Als je dat doet, zie je dat ze veel meer balcontact hebben en daardoor meer plezier hebben en meer kunnen scoren. Daardoor kunnen ze zich beter ontwikkelen.”

Daarnaast zouden jonge kinderen ook het overzicht kwijt kunnen raken op te grote velden. “Kinderen tot 7 jaar kunnen maar tot elf of twaalf meter vooruit kijken met mensen om zich heen. Dat is wetenschappelijk onderzocht”, zegt Van Breukelen. “Die ruimtes kleiner maken maakt het dus prettiger voor de kinderen.”

Tot 12 jaar komen er vier categorieën. De twee jongste categorieën spelen zonder keeper en met de kleinste doeltjes. Verder geldt: hoe ouder de spelers, hoe groter het veld.

Elke leeftijd een eigen veld

LEEFTIJD AANTAL SPELERS AFMETING VELD
onder 6 2 tegen 2 20 x 15 meter
onder 7 4 tegen 4 30 x 20 meter
onder 10 6 tegen 6 42,5 x 30 meter
onder 12 8 tegen 8 64 x 42,5 meter

De KNVB wil vanaf het nieuwe seizoen (augustus 2017) met het nieuwe plan beginnen. Dat stuit diverse clubs tegen de borst.

De afgelopen weken zijn in het hele land bijeenkomsten geweest om uitleg te geven. “Dit plan kwam uit de lucht vallen”, vindt jeugdcoördinator René Blok van voetbalvereniging Wherevogels uit Purmerend. “Je hebt veel meer teams dus ook veel meer vrijwilligers nodig, en dat is nu al een groot probleem bij veel clubs.”

Toch denkt de KNVB de clubs wel mee te krijgen. Van Breukelen: “Het is belangrijk dat we samen met de clubs gaan kijken naar de problemen waar ze denken tegenaan te zullen lopen. We kunnen geen geld gaan geven voor extra materialen, maar we kunnen wel kijken hoe we de zorgen op een creatieve manier kunnen oplossen.”